De vorige wedstrijd kopte Jan Jaap “Eerste pakt laatste strohalm”. Dat was echter onjuist, er was nog een strohalm te gaan. Een strohalm die nog losser zat, om in de beeldspraak te blijven, met een nog grotere kans dat wij zouden afzinken in de kelder van de KNSB. De Toren Arnhem wachtte ons immers, een maatje groter dan LSG 2 dat net als ons te lijden had van de spelingen van het lot. Lichtgewichten als we ons dit seizoen getoond hadden, hield ook deze strohalm het. Waarmee na de 2 uit 7 een ‘narrow escape’ werd voltooid, die niet onder doet voor die van twee seizoenen geleden.

De Toren Arnhem had zich al een tijd geleden veilig gespeeld met een start van 8 uit 5. De laatste drie wedstrijden waren echter verloren gegaan, wat ons enige hoop verschafte. Zelf hadden wij zelfvertrouwen getankt uit de 7-3 tegen LSG 2 en het bereiken van de bekerfinale ten koste van LSG (1). Verder kon het in ons voordeel zijn dat bij ons de wil groot was, hoewel anderzijds de druk voor ons natuurlijk groter was. Wat het zwaarst woog, valt na afloop het best te beweren. Qua getal zijn we voorts gelijkwaardige teams, aangenomen dat iedereen er is. Alleen bij De Toren bleek er deze dag een invaller te zijn, een 11-jarige jongen met een rating van 1738. Daar zal wel iets mee zijn, denk je dan, vast geen prutser, dat doe je zo’n jongen niet aan. Een andere ronde had hij overigens al remise gespeeld.

De plaats van handeling was voor de tweede keer dit seizoen het USG. De avond ervoor was daar de uitvoering van de gezamenlijke ronde van de Promotieklasse geweest, met successen voor de PK-teams. Deze wijziging van locatie was voor onze tegenstanders en wedstrijdleider geheimgehouden, zodat ze van De Leeuw een trip moesten maken. Gezien de einduitslag was dit een slimme zet. Je zal toch wat van slag raken van dat gedoe. Om half twee werden de klokken daarom pas aangezet en nam de wedstrijd een aanvang.

De Toren heeft zes spelers die er een stukje bovenuit steken: 1 GM, 2 IM’s en 3 goede jeugdspelers. De simpele tactiek was om minimaal de schade te beperken op de hoge borden en op de lagere borden toe te slaan. Aangezien ik op bord 4 gezet was, nam ik aan dat het niet de bedoeling was dat ik zou winnen. Mijn tegenstander Mees van Osch maakte een beetje een potje van het Dame-Indisch, waardoor ik kon kiezen tussen een lekker middenspel met druk of een mataanval. Alvorens die beslissing te nemen, bood ik echter remise aan, na enig nadenken aangenomen. Dat ik daarna door enige teamgenoten gefeliciteerd werd wegens een vermeende overwinning was gênant. Hugo liet zien dat de aanval in een paar zetten had gewonnen.

Nu is Hugo ook een echte aanvalsspeler. Hij mocht op bord 1 de degens kruisen met onze eigen Etienne Goudriaan. Voor zeker de derde keer dit seizoen offerde Hugo zich met zwart een weg naar het mat. Etienne, reeds met ambigue gevoelens aan de wedstrijd begonnen, zat er niet mee. By the way, op deze middag speelden ook andere PK Internisten Midas Ratsma, Sebastian Halfhide, Casper Schoppen, Pieter de Groot en Harm-Theo Wagenaar in de zaal. Gerben kreeg vlot hierop een remiseaanbod van Joost Offringa, na een zet of 15. Kwam niet slecht uit. Als de rest dit voorbeeld zou volgen, waren we snel klaar.

Voor mijn remiseaanbod was ik nog wel even de borden langsgegaan. De schatting was dat Raymond erg goed stond, vooral gebaseerd op zijn vrolijke gezicht. Jan Jaap speelde tegen Het Jonge Talent en leek me te gaan winnen. Als je met wit Pc2 en Pb3 nodig hebt om d4 te dekken, is er iets scheefgegaan. Wims opponent had op b2 geslagen, wat dit keer geeneens goed was. De tegenstander was aangeschroefd en winst moest een kwestie van tijd zijn. Xander zat aan een laag bord en met hem loopt het gemeenlijk links- of rechtsom goed af. Paul had een pion gewonnen. Peter stond redelijk en Jan was aan het aanvallen, maar gezien hun tegenstanders durfde ik hen niet te tellen. Opgeteld kwam ik op circa 6-4 uit.

De volgende uitslag zal van Raymond geweest zijn. Onnodig had hij een paard van Tijmen Kampman op b3 toegelaten, dat daar minder stond te niksen dan voorzien. Winstpogingen waren onwijs. Paul volgde met nog een halfje. De vijandelijkheden begonnen hier al voor de partij door het expres fout willen spellen van de naam van de tegenstander. Hommersen – Hommersum, en Von Meijenfeldt geeft nog meer mogelijke verhaspelingen. Bij het schaakgedeelte kwam een toren van Paul op d4, die daar meer moeilijkheden ondervond dan door mij voorzien.

Twee remises waar ik meer van verwacht had. En toen bleek Xander ook nog dubieus te staan, gelukkig nog wel op een rommelige manier. Aartsoptimist Kees zag het allemaal somber in.
Toen Wim volgens verwachting Tjaart Offringa verstikt had en het 4-2 stond, trok Xanders stelling de aandacht. Tegenstander Noud Lentjes had met zwart het fantastische La1 gespeeld om Db2 mat te dreigen. Of dergelijke manoeuvres handig waren? Xander had ondertussen zijn eigen matnetje in 5 gebreid, waarmee de wedstrijd zo goed als beslist werd. 5-2

Bezig waren nog Jan Jaap, Peter en Jan. Jan Jaap had tegen de ‘ze worden steeds jonger’ Rembrandt Bruil niet meer weten te verzinnen dan ruilen. Na drie remiseaanboden afgeslagen te hebben, kon Jan Jaap er nu zelf een doen, waarmee we binnen waren!
Peter ging pas in het zeer late middenspel de fout in en kon de promotie van Willy Hendriks alleen met paardverlies verhinderen. Dit was te veel. Waarmee Jan overbleef tegen GM Ruud Janssen.

Jan – Janssen, na zet 31 van zwart

So far, rather good. Jan heeft hier natuurlijk erg veel voor de pion. Levend van de increments speelde hij echter het beroerde 32. e5?? Na dxe5 zag hij pas dat Dxe5 op Pf3+ strandt. Daarom maar 33. Dxg4 …Pf5 34. Df3 Th4 35. g4 (je moet wat). Jan schrijft dat zwart een duit doet in het zakje blunders. Na Pd4 is weinig eer meer te behalen, maar na het gespeelde 35.. Ph6?? heeft wit zelfs weer het voortouw! 36. Pg5+ Kg7 37. d6 e4! 38.dxe7 exf3 39. Td8 Txg4 40. Kf2 en nu had Ruud Janssen een fraaie zet kunnen spelen, die hij wel gezien had en direct na afloop showde, maar in real life door de een of andere kortsluiting naliet.

Jan – Janssen, na zet 40 van wit

De partij liep met Txg5 41. Txg8 en opgegeven af.
Met 40… Tg2+!! 41. Kxf3 Txg5 42. Txg8 Pxg8 43. e8D is een grappige stelling bereikt. Zwart geeft schaakjes op de 5e rij en de koning moet ergens met Ke4, e3 of e2 de dame teruggeven. Waarschijnlijk is Ke3 de beste en waarschijnlijk wint wit het toren-paardeindspel net. Aldus de analyse van Jan, vervolgens citerend:
“The rook is a much more mobile piece than the knight. When the battle takes place on both sides of the board, especially when there are passed pawns involved, the rook is usually stronger” (Dvoretsky, Endgame Manual 3rd ed., p. 235).

Met deze zege werd het zelfs 6½-3½. We waren nog afhankelijk van of Vianen (moest verliezen van Apeldoorn) of Caïssa (mocht niet winnen van ASV). Beide pakten goed uit, waardoor we zelfs 7e werden. Op bordpunten waren we zelfs gedeeld 4e plek. Op zich is het wel leuk als het de laatste wedstrijd nog ergens om gaat, maar volgend jaar toch maar wat eerder duidelijkheid doen. Veel mensen waren niet in vorm deze editie. Wim speelde goed, heeft een paar strakke partijen neergezet, Jan versloeg (dus) twee GM’s, terwijl Hugo en Xander hun puntjes meesprokkelden. Verder zijn er geen bijzondere resultaten te melden.

Het eerste zit nu vanaf 1998 onafgebroken in de 1e klasse. Dat is heel lang, maar Philidor Leeuwarden doet dat al een jaar langer. Met de promotie van het derde en het behoud van de andere teams heeft Paul Keres een ideaal getrapte teamopbouw. PK1 in de 1e klasse, PK2 in de 2e klasse, PK3 in de 3e klasse, PK4 Promotieklasse, PK5 1e klasse SGS, PK6 2e klasse SGS. Alleen de MK en de 3e klasse moeten we nog vullen. Verder is positief dat vrijdag en zaterdag bleek dat het USG een geschikte ruimte is, een ruimte waar we kunnen winnen.
Dat kunnen we volgend seizoen gebruiken.

Paul Keres	2247	De Toren	2217	6½	3½
Hugo ten Hertog	2354	Etienne Goudriaan	2352	1	0
Jan Breukelman	2311	Ruud Janssen	2474	1	0
Peter Lombaers	2284	Willy Hendriks	2396	0	1
Bert Both	2164	Mees van Osch	2296	½	½
Paul Hommerson	2248	Bart von Meijenfeldt	2339	½	½
Xander Wemmers	2384	Noud Lentjes	2128	1	0
Gerben Veltkamp	2157	Joost Offringa	2250	½	½
Wim van de Fliert	2174	Tjaart Offringa	2106	1	0
Jan Jaap Janse	2219	Rembrandt Bruil	1738	½	½
Raymond de Rooij	2173	Tijmen Kampman	2092	½	½