Ooit waren zij jong, de spelers van het zesde en droomden zij misschien wel van een carrière als professioneel schaker of van het behalen van de wereldtitel. Dat zij er verre van zijn gebleven omdat er ook nog tegenstanders waren die beletten hun dromen te laten uitkomen, heeft hen getekend maar in positieve zin. Verbetenheid en doortastendheid heeft die tegenwerking gebaard, waar zij nu profijt van hebben.
Het is niet zomaar een schaakteam, dat zesde. Het is een negental waarin ieder een rol speelt. Pim is teamleider, Jeroen zijn plaatsvervanger, Harm-Theo komt altijd met de auto daarom treedt Leo op als reisleider. Jaap is Jaap en Kees geldt als good-old. Wim (ik dus) is de culinair adviseur van het team en de jongeman van Gouma is Ronald die tevens would-be culinair adviseur is, wiens suggesties vooralsnog ter zijde worden geschoven (deze keer niet – red.). En dan is er nog Ger, kopman en team-oudste. Zo dragen zij allemaal bij aan cohesie en verbinding – politici hebben er de mond van vol maar de mannen van het zesde doen het.
De lange carrière van de spelers van het zesde maakte dat zij niet geïmponeerd waren toen bleek dat Het Kasteel in het moeizaam te bereiken Wijchen het tweede team op de kop had gezet. De sterkste spelers zaten aan de laagste borden wat hier en daar in ons achttal als onsportief werd aangeduid. Ondanks het schouderophalen kwamen enkelen onzer vanuit de opening toch ernstig onder druk te staan. Bij Kees en Wim, na een vingerfout, was het zwaar weer en Jaap had zelfs de kwal moeten geven om een mataanval te voorkomen. Klik in de notatie hieronder op een zet en je krijgt het diagram ‘zwevend’ te zien.
Intussen zat Ger al in de bar met een halfje. Ger stuurde onderstaande stelling is als ‘het laatste moment in de partij dat mij nog beviel’.
In de loop van de middag klaarde het echter op en wist Wim in een zwaar gevecht tegen een telkens bijna a tempo zettende tegenstander tegenspel te creëren en daarmee remise af te dwingen. Kees was inmiddels een stuk voorgekomen en bracht ons op voorsprong nadat ook Ronald een remise had laten noteren. In tijdnood verzuimde hij een stuk te winnen, won wel een pion maar in de haast om de 40 zetten te bereiken had Ronald overzien dat er eeuwig schaak in het dame-eindspel zat (1½ – 2½).
Partijfragment met analyse van Ronald:
Stelling na 29.Ld1-f3 met remisevoorstel. Na een door mij belabberd gespeelde opening, waarin ik vooral veel tijd verspilde om een slechte stelling te bereiken, zijn de kansen gekeerd. Wit heeft zijn goede stukken afgeruild tegen mijn slechte stukken en heeft ook de controle over de diagonaal teruggegeven. Bovendien schat ik mijn paard nu sterker in dan de witveldige loper. Ik zie nog latente mogelijkheden met pionwinst als wit schaak toestaat op de onderste rij (Da1+, Da4x of De1+, Db4x). Wel heb ik veel minder tijd dan wit, maar met 30 seconden increment per zet zag ik dat niet als een probleem. Ik ga daarom door…
29,,,Pf5-d4. Dekt pion c6 én valt ook Lf3 aan. Zie dat paard daar maar eens weg te krijgen 😉
We gaan nu naar de analyse achteraf. Wit speelde daar nu 30.Dd2-e3??
“Dat kan niet gespeeld zijn”, was direct mijn reactie, “dat verliest een stuk” (Dxe3, fxe3, Pxf3+, stap 2).
Wit keek naar zijn notatiebiljet en constateerde “dat heb ik toch echt gespeeld…”. En ook mijn notatiebiljet vermeldde hier De3… (maar ook in mijn geheugen zag ik die dame daar staan…?!?). Kan wit hier dan nog iets anders gespeeld hebben? In ieder geval niet De2???, want dat is nog slechter. Dd3 dan? Ook niet, want laten we nu teruggaan naar mijn gedachtengang tijdens de partij:
30.Dd2-e3? Wint een pion! Want na 30…Pd4xf3+ 31.De3xf3 heb ik nu de keuze tussen De5-e1+ gevolgd door De1xb4 of De5-a1+ gevolgd door Da1xa4. De1+ wint geen pion (omdat c6 ook nog ongedekt staat), maar Da1+ wint wél een pion omdat de dame op a4 ook c6 (en ook a7) dekt.De extra pion was echter onvoldoende voor winst. Want ik ging al direct in de fout na 33. Df3-c3+ door Kf8 (?) te spelen in plaats van Kg8. Na Kf8 was het direct remise (de koning ontsnapt niet meer aan eeuwig schaak), maar na Kg8 was dat mogelijk ook gebeurd.
De resterende partijen gaven goede hoop op een overwinning. Na het kwaliteitsverlies bleken Jaaps lichte stukken ‘ineens’ allerhande dreigingen tegen de zwarte koning in zich te bergen wat niet alleen leidde tot het terugwinnen van materiaal maar ook tot een lopereindspel met twee pionnen meer voor onze man. Het wachten was nu op het beslissende punt en dat kwam van Leo. Tegen een weinig ambitieuze opzet probeerde Leo met zwart van niets iets te maken. Dat lukte na de tijdcontrole toen Leo’s loperpaar de strijd aanging met het vijandelijke paardenpaar. Een vingerfout dreigde tot ontsporing maar de Wijchenaar zag het niet, waarna Leo een vrije a-pion creëerde die soepeltjes naar dame liep.
Intussen had Harm-Theo zijn goede stelling en pluspion in rook zien opgaan. De witte torens kwamen op de voorlaatste rij, meestal geen goed teken. Dit geval vormde geen uitzondering en via het bedreigen van Harm-Theo’s koning en het eten van pionnen redde Het Kasteel de eer (2½ – 4½).
Restte Jeroens partij. Die had een eindspel op het bord waarin zijn goede paard het opnam tegen een zeer slechte loper, een stelling die een Frans-speler altijd wil voorkomen. De zwarte pionnen stonden op c4, d5, e6, f5, g6 en h5 met de loper uiteraard binnen de keten; de witten op c3, d4, e5, f4, g3, h4 en het paard huppelde vrolijk rond op de zwarte helft. De vraag was of de witte koning kon binnendringen op de damevleugel. Dat lukte nadat de loper was pat gezet door het paard. Jeroens zege werd met applaus beloond. (zie hieronder de slotstelling – red.)
Door de derde zege in successie staan we nu op bordpunten tweede. Nog vier keer een dergelijk resultaat!
(hieronder de stand in klasse 5D na drie ronden – red.)
Team | MP | BP | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. SMB 1
|
6 | 19 | ☓ | – | – | – | 6½ | 5½ | – | 7 |
2. Paul Keres 6
|
6 | 17.5 | – | ☓ | – | – | – | 5 | 5½ | 7 |
3. Eindhoven 3
|
6 | 16 | – | – | ☓ | 5 | 5 | – | 6 | – |
4. Moira-Domtoren 4
|
4 | 14 | – | – | 3 | ☓ | – | 5 | 6 | – |
5. Oud Zuylen Utrecht 3
|
2 | 11 | 1½ | – | 3 | – | ☓ | – | – | 6½ |
6. Vianen/DVP 2
|
0 | 8.5 | 2½ | 3 | – | 3 | – | ☓ | – | – |
7. Het Kasteel Wijchen 2
|
0 | 6.5 | – | 2½ | 2 | 2 | – | – | ☓ | – |
8. ASV 7
|
0 | 3.5 | 1 | 1 | – | – | 1½ | – | – | ☓ |
Wij van PK6 moeten natuurlijk niet naast onze schoenen gaan lopen (al doet onze kopman Ger soms een poging om dit letterlijk te doen) maar zoals Wim al opmerkte: “we kunnen niet meer degraderen”.