Dit seizoen zit ik bij PK5, wat aan het begin van het seizoen meteen de vraag binnen ons team naar voren bracht: ‘wie gaat er dit jaar verslagen schrijven over de externe partijen?’ Immers zaten met Yuri en mezelf 2 ‘admins’ in hetzelfde team. Ik heb de strijd echter verloren op speeldag 1 (niet de schaakwedstrijd, die won ik), maar in een korte administrator face-off lieten we onze eigenschappen aan de rest van het team zien. Ik schepte op dat ik wist hoe ik een stelling in een verslag kon zetten, namelijk door een FEN code in chess.com of Lichess te gebruiken en die code erin te zetten. Ik kreeg een minzame glimlach van Yuri als antwoord, en hij vroeg toen: ‘hoe zet je dan een doorklikversie van chessbase in het verslag?’ Ik merkte dat mijn wangen schaamrood werden, die cursus heb ik nou nog NET niet gehad van Jeroen Bollaart. Jaimy wilde ook nog zijn gram halen. Vorig jaar maakte ik de ‘generation Z-er’ nog belachelijk dat ie niet wist hoe je een partij als URL uit Lichess kon exporteren. Dat was hij nog niet vergeten en heeft sluw gewacht tot het moment dat hij mij terug kon pakken. ‘Ik dacht dat je zei dat wij twintigers niks wisten over de digitale schaakwereld, hoe verklaar je dit dan, Peter?’ Ik kwam deze administrator-ippon niet meer te boven en moest mijn meerdere erkennen in de Duitser uit Neurenberg. Bovendien zei Yuri dat ie heel graag zijn Nederlands wilde verbeteren, daarom was het ook een soort van taaloefening voor hem.
Na speeldag 2 wachten we echter nog steeds op een officieel verslag van PK5, uiteraard wil ik de pret van Yuri niet bederven, dit epistel is niet bedoeld om het verslag van Yuri te vervangen, het is meer een aanvulling die ik wilde schrijven op mijn vrije dag. Op de ALV heeft Niels ook nog eens aangedrongen op het feit dat er vooral meer verslagen op de site moesten komen, maakt niet uit waarover, of hoe slecht ze waren geschreven. Hierdoor kreeg ik toch de moed om over mijn afgelopen schaakweek te vertellen.
Afgelopen zaterdag zijn we afgereisd naar Ede voor onze tweede ronde in de KNSB-competitie. Ik heb drie twintigers en Erik Corneth vervoerd naar dat dorp, vooraf had ik in de appgroep verteld dat mijn ‘family wagon’ wel genoeg ruimte had voor zoveel mensen. Toen ik bij de ‘kiss and ride’ op Utrecht centraal in mijn snelle Seat Leon aankwam ging ik precies naast Jaimy, Erik, Yuri en David parkeren. Ze zagen me niet. Jaimy had kennelijk een heel andere auto verwacht, waarschijnlijk een burgerlijke Volkswagen met kinderzitje erin, ofzo. Hij was ook helemaal verbaasd dat ik met mijn auto de 214 km/h heb aangetikt op de snelwegen in het land van Yuri. Die twintigers blijven toch jochies als het om auto’s gaat. Een lekkere topsnelheid heeft mijn auto wel, daarvoor is de navigatie des te belabberder: we kwamen op een doodlopende weg terecht bij een of andere boer in een afgelegen wijk in Ede. Ik moest ook recht achteruit om van het erf af te komen. Ondertussen zagen we een lokale tiener die erg leek op Forrest Gump uit zijn tienerjaren, inclusief veel te grote bril en een hooivork in zijn handen. Hij was ‘not amused’ dat onbekende randstedelingen hun erf op waren gereden. Zijn gelaat werd met de seconde grimmiger en koos ervoor achter ons aan te rennen, iets onverstaanbaars in een Gelders dialect te roepen en ons met een hooivork te bedreigen. Door mijn voorruit zag ik dit schouwspel gebeuren terwijl ik achteruit reed, ondertussen merkte ik in mijn achterruit dat we recht op een hek aan het afkoersen waren. Ik moest dus toch weer een beetje vooruit en mijn auto weer recht zetten. We kwamen dus weer dichter bij het tienerjoch aan, dat een daadwerkelijke beweging met zijn hooivork maakte om deze in mijn ‘family wagon’ te planten. Gelukkig heb ik alle Fast and Furious films gekeken en heb ik Grant Theft Auto 3 gespeeld in mijn jongere jaren. Hierdoor beheerste ik de techniek om achteruitrijdend aan een woedende menigte lokale tieners met hooivorken te ontsnappen. Eenmaal in Ede centrum werd mijn navigatie er niet beter op, heb ik in totaal vier rondjes door het stadshart gereden voordat Yuri via zijn telefoon ons eindelijk bij de bestemming heeft gebracht.
Ik heb expres extra veel tekst in de inleiding gezet, over mijn partij valt er namelijk niet heel veel over te vertellen. Ik speelde met zwart tegen Bart Koeweiden (1900), na zet 15 kwam de volgende stelling op het bord.
Na een iets mindere openingsfase was ik blij dat ik hier voor het eerst een klein beetje voorstond in de evaluatie. Vooraf dacht ik dat het niet erg zou zijn om met zwart remise te pakken tegen een 1900, ik moest immers twee dagen later weer extern aan de bak en zou toen met wit mogen. In een vlaag van verstandsverbijstering heb ik in deze stelling remise aangeboden. Mijn tegenstander dacht nog 8 minuten na. Ondertussen keek ik naar het bord, ik heb 16 Na4 verwacht, dan zou mijn dame naar c7 moeten. Ik was ook niet blij dat ik mijn geliefde loper van de donkere velden niet meer had en was eigenlijk wel blij met een halfje. Ondertussen dacht ik: wat als hij nou Nd5 speelt? Dat lijkt heel natuurlijk, ik dacht toen dat Nxe4 wel zou moeten kunnen, ik begon het te analyseren:
16 Nd5 Nxe4 17 Nxb6 Nxd2 18 Nxa8 Nxf1 en het lijkt dat het witte paard wel kan ontsnappen, maar het zwarte paard niet. En toen dacht ik dat 18…Nxb3 zo slecht nog niet is voor zwart, je hebt dan een pionnetje met een kwaliteit minder, maar echt wel compensatie (+0.7 voor wit).
Later schoot bij mij te binnen dat mijn paard na 18…Nxf1 WEL kan ontsnappen na 19 Nc2 heb je de intermezzo 19…Bxb3! 20 cxb3 Nd2 en het staat -2.47 voor zwart. Ondertussen kreeg ik een hand van mijn tegenstander en was het al remise. Een remiseaanbod intrekken is eigenlijk ook ‘not done’. Later in de analyse bleek dat mijn tegenstander juist 16 Nd5 wilde spelen en ik dus een grote kans op een zege liet glippen door mijn voorbarig aangeboden remiseaanbod
Bart Koeweiden (1900) – Peter Spannring (1906) 0.5 – 0.5
Tot dusver het schaaktechnische verhaal van mijn partij. Wat ik niet had kunnen voorzien is dat mijn remiseaanbod een shitstorm van bijbelse (pun intended, we zaten in de bijbelbelt) properties zou gaan ontketenen die zijn weerga niet kent. Ik was snel klaar, moest de rest van de groep nog naar huis rijden. Ik had ondertussen nog tijd om een koffietje bij de Hema in Ede te doen. Bovendien is mijn zoon bijna jarig, bij de Intertoys heb ik Chase de hond van Paw Patrol aangeschaft. Dat speelgoed heb ik ook weer mee de zaal in genomen toen ik weer bij de rest ging kijken. Ondertussen keek de jongere garde uit mijn team hoofdschuddend naar mij (ik ben voor het eerst de Metuzalem in een schaakteam, is ook wennen voor mij) terwijl ze nog bezig waren. Later kwam ik erachter dat die Genetion Z’ers scherp, doch venijnig kunnen zijn. Na de wedstrijd kreeg ik de terechte vragen van
David: ‘Had je na een half uur geen zin meer, of wat was er aan de hand, Peter? Ik zou niet voor 15 zetten helemaal naar Ede afreizen’
Jaimy kon er ook wat van: ‘Je kwam zeker naar Ede om te shoppen, of niet? Even snel remise pakken zodat je de stad in kon?’ Later voegde hij er ook nog aan toe:’ Ga je de volgende keer weer lekker remise spelen, Peter?’
Gelukkig kan ik wel tegen een stootje en ben ook wel een beetje gebekt. Ik dacht Yuri een beetje te plagen, die zojuist verloor ‘Yuri, ik had ook zoals jij kunnen verliezen, ik heb in ieder geval nog een half puntje gepakt’.
Die opmerking ‘backfire-de’ echter, ik heb het opgezocht, in het Duits is het ‘fehlzuenden’, dat is wat met mijn opmerking gebeurde.
Yuri: ‘Peter, ik heb tenminste nog gestreden voor de overwinning, dat kan jij niet zeggen’
Oei, ze hadden allemaal gelijk. Erik was nog galant om in de autorit terug een psychologische analyse uit te voeren hoezo ik toch in hemelsnaam zo vroeg remise heb aangeboden. Waarschijnlijk was ik niet comfortabel in die positie, heb ik een beetje een zwarte stukken complex en moet ik mijn schroom voor 1900-tjes afleggen, het zijn namelijk ook gewoon mensen die ik kan verslaan.
Later op de avond hebben we de overwinning van ons team gevierd in de Stichtse Taveerne. Evert Rademakers en Hugo ten Hertog waren ook te gast. Ik mocht op audiëntie bij de grootmeester. Bij binnenkomst wilde ik meteen een rondje doen voor iedereen. De stervelingen wilden gewoon pils van de tap, zijne hoogheid wilde graag Pandora Maximus. Allemaal prima, gelukkig heb ik net mijn transitievergoeding van mijn oude werk ontvangen en kon ik het wel lijden. Ik had het briljante idee om mijn partij aan Evert en Hugo te laten zien. Het bleek dat de gifbeker nog niet leeg was voor mij. Ik klikte op mijn telefoon op de doorklikversie URL op Lichess die ik zo goed beheerste door de eerste 15 zetten. Toen stopte het. Hugos hoofd werd rood, zijn wenkbrauwen gingen fronsen.
‘Wat?? Was dit alles? Waarom?’
‘Ga je helemaal naar Ede afreizen voor dit?’
Jaimy en Yuri waren hun schaakpotje eventjes gestopt om naar de intercalatie te kijken tussen de grootmeester en de pseudo PK columnist met flauwe grapjes die veel te vroeg remise aanbood. Die twintigers waren hard aan het lachen, nou, die lach was wel verdwenen uit mijn gezicht. Ik probeerde nog iets van excuses te verzinnen. ‘Remise met zwart tegen een 1900 is toch zo slecht nog niet’
‘Maar het gaat erom HOE je remise pakt, we willen strijd zien bij Paul Keres’
Ondertussen was het zweet tussen mijn oksels allang al verder verplaatst naar mijn voorhoofd, wat ook Hugo opviel.
‘Ja, je bent nu aan het zweten, Peter. Dat had je beter vanmiddag kunnen doen.’
Uiteindelijk moest ik per handshake beloven dat ik geen remises meer aanbied. Bovendien moet ik eerst langs de teamleider Yuri om toestemming te vragen. Ik sloot af met:
‘Ik wilde mijn kruit voor maandag bewaren, dan moet ik extern weer aan de bak tegen Bommelerwaard’.
Nou, ik had wel wat druk opgebouwd op mijn schouders voor mijn wedstrijd. Als je reputatie is aangetast binnen PK is dat niet heel makkelijk te repareren. Bovenal: geen remise spelen, en vooral niet vroegtijdig aanbieden. De eerste klasse binnen de SOS competitie is een soort van PK burgeroorlog geworden. We hebben het niet voor elkaar gekregen om een SOS team samen te stellen, we spelen wel vaak met andere teams tegen elkaar. Dit keer zat Max Viergever aan de overkant, het kwam alleen niet tot een onderling duel. De volgende rondes speel ik met mijn andere team ‘De Damrakkers’ tegen achtereenvolgens Colijn Wakkee van Kasteel Lekstroom, Eddy Faverey uit Woerden en Peter van Wijk uit Houten. Dus is er toch nog een beetje PK-spirit in de SOS competitie.
Op bord 1 speelde ik met wit tegen Eddy Faber (1999), zwart heeft zojuist zijn tiende zeg gespeeld toen de volgende stelling op het bord kwam
Dit leek me eigenlijk een heerlijke stelling, volgens mij was zwart te agressief gestart, is het nog ver weg van rokeren, als zwart naar de damekant wil, dan heb ik ook nog open lijnen en heb ook nog een open e-linie met lijn naar zijn koning. Ook vond ik de penning van zijn loper niet echt bedreigend, na 11 h3 Bh5 kon ik makkelijk uit de penning met 12 Qc2! (Bxf3 wint de f-pion omdat ik zijn dame aanval). Het ging verder met 12…Bg6, toen kon het feestje eindelijk beginnen. Ik wilde eerst zijn dame naar d5 lokken 13 cxd5 Qxd5, ondertussen nog een schaakje die vroeg of laat toch moest komen 14 Re1+ Be7, de druk verder opbouwen met 15 Bg5 en de zwarte koning kan niet meer rokeren, 15…Kf8. Ik wilde ook mijn paard en mijn toren mee laten doen, daarom 16 Bxe7 Nxf7 als de volgende stelling op het bord kwam
Ik kon de torenverdubbelaar met tempo inzetten door 17 Re5 te spelen, 17…Qd7, mijn paard wilde ook nog aan het feestje meedoen met 18 Ng5 h6 19 Ne6+ Kg8, daarna de dame aanvallen met pionwinst 20 Nc5 Dd8 21 Nxb7 Df8 en de torens verdubbelen met 22 Rae1 Nc6 23 Re6 lijkt stukken te gaan vorken, maar 23…Re8 verdedigt nog net. De nieuwe stelling
Hier speelde ik mijn eerste onnauwkeurigheid uit de wedstrijd door 24 Qe2 te spelen. 24 Rxe8 Bxe8 25 Bxf5 is beter en wint meteen een pion. Dit zag ik ook, ik wilde alleen mat uitdelen en niet per se een extra pion winnen. Het blijkt alleen heel lastig spelen voor zwart in die positie. Even goed staat wit nog steeds +5 voor 24….Kh7 25 Rxe8 Bxe8, dan de dame richting de vijandige koning brengen en f5 aanvallen met 26 Qe6 g6 27 d5 Nb8 om de verdediger van e7 weg te halen. Toen kwam Max Viergever naar mijn partij kijken, achteraf had hij een suggestie van 27 Lb5, wat even goed is en ook een stuk wint. Ik wilde echter mijn zware stukken naar de zevende rij brengen met 28 Qe7+ Bf7 29 Qxc7 Rg8 30 Re7 Rg7 als de volgende stelling op het bord kwam
Hierna is het over en uit, 31 Nd6 Bxd5 32 Rxg7+ Qxg7 33 Qxb8 en zou ik een stuk en later ook de wedstrijd winnen.
Peter Spannring (1906) – Eddy Faber (1999) 1 – 0
Ik vertelde later aan Eddy dat ik bang was voor weer een donderpreek van Hugo, dus moest ik wel winnen. Die gifbeker in de Stichtse Taveerne was misschien zo slecht nog niet.
Peter