In gedachten over mijn geplande rubriek over Anton’s verrichtingen op het OKU, en dat het tijd werd deze af te maken want er waren al weer enige weken verstreken, hoorde ik mijn naam roepen. Het was dezelfde Anton, aan de overkant van de sloot. Aan de wandel, deze keer in Houten. Ik ging juist les geven aan Leo Keijzer. Mijn uitnodiging om wat te komen drinken ook nog eens zijn partijen te bekijken en van zijn eigen deskundige commentaar te voorzien nam hij graag aan. Zo kwam hij op zijn praatstoel te zitten. In zijn exposé ging het niet zozeer om varianten die hij berekend had maar meer om zijn interpretatie van de stelling aan de hand van de positionele kenmerken en natuurlijk ook de dynamische mogelijkheden. Maar meer legde hij de nadruk op zijn gevoelens gedurende de partij. Ik herinner me dat het vooral over de eerste partij tegen Evert Rademakers ging.
Maar hoewel de analyses grotendeels afkwamen kwam mijn rubriek in die hete zomer stil te liggen.
Vervolgens kwam ik op het idee er vlak voor het OKU van dit jaar mee voor de dag te komen En Anton niet in te lichten om hem ermee te verrassen. Juist toen het zover was kwam hij te overlijden. Dan nu maar alsnog, postuum.
Bij nadere beschouwing van de stand na ronde vijf blijkt dat zelfs de toernooioverwinning nog tot de mogelijkheden behoorde. En dat op vijfenzeventigjarige leeftijd en zesenveertig jaar na zijn toernooioverwinning op het OKU van 1976! Dan diende er vooraleerst gewonnen te worden uiteraard in de laatste ronde, ongelukkigerwijs met de vierde keer zwart. Helaas, het mocht niet zo zijn.
De partijen zijn het naspelen waard. Er gebeurde van alles.
Acht diagrammen: