Anton Rosmuller overleden

Dinsdag 16 mei 2023 om kwart voor zeven ’s avonds is Anton, Antonius Joseph Maria Rosmuller overleden.
Anton was een markant figuur in Utrecht, dichter, levensfilosoof en lid van Paul Keres sinds mensenheugenis. Schaakmentor voor velen, en tot het laatst een geduchte tegenstander achter het bord.

Anton werd sinds afgelopen vrijdag verzorgd in het Diakonessenhuis, waar vrienden hem dagelijks bezochten. De crematieplechtigheid vindt zaterdag 27 mei 14:15 plaats bij DELA Domstede, Proostwetering 8, 3543 AE Utrecht

Komend weekend is het OKU, waarvan Anton oud-winnaar was. Op het toernooi, en op de clubavond zullen we bij het overlijden van Anton stilstaan. Wij wensen familie, vrienden en kennissen van Anton veel sterkte in de komende tijd.

Tijd en plaats van de crematieplechtigheid zijn ondertussen bekend:

Zaterdag 27 mei 14:15
DELA Domstede
Proostwetering 8, 3543 AE Utrecht
De plechtigheid is live te volgen via deze link.

Rouwkaart Anton Rosmüller

46 thoughts on “Anton Rosmuller overleden

  1. Van ieder mens valt iets te leren.Bij Anton zat altijd een zekere gelofte van armoede in zijn lichaam en geest,het bepaalde zijn ongekende vrijheidsdrang.Meer dan een halve eeuw kende ik Anton,ik mis hem nu al.

  2. Wat een naar nieuws. Ik miste Anton al een tijdje in de KNSB-uitslagen en dat was geen goed teken. Anton was een van de markantste types van de schaakwereld, immer vrolijk en charmant. Ik ga hem zeker missen.

  3. Inderdaad: Anton was een zeer markant figuur. Ondanks dat ik al jaren weg ben uit het Utrecht, kan ik me hem nog goed herinneren. Het zijn uiteraard bijzonder fijne herinneringen. Wat een ontzettend droevig bericht.

  4. Geschokt. Zeer lange gesprekken Ledig Erf zijn kenmerkend. Discussies? Over leven en filosofie? Hij ontkrachtte liefdevol ieder argument met warmte, jegens hem past dankbaarheid voor alle zinnetjes over t leven, heerlijk leefde hij je vrijheidsdrang voor. En in t eerste gesprek vertelde hij rond te komen van een toelage vanuit de regeling voor ‘anders actieven’. Want dat was hij. Ook.

  5. Op koningsdag vertelde hij mij dat hij stervende was … Hij straalde ook geen levenslust meer uit … ik wist niet wat ik geloven moest … Toen ik het thuis aan mijn vrouw vertelde zei ik dat ik afscheid had genomen van een ‘oude’ go- en schaakvriend, die ik al ruim vijftig jaar bewonderde als zeer levenslustig mens … ik blijf mijn anekdotes aan hem koesteren … Voordat ik bij hem wegging schudde wij de handen en zei hij “Jij mag wel op mijn begrafenis komen” …sommige uitnodigingen mag je gewoon niet afslaan! Een van zijn laatste markanste uitspraken was:” Alle wijsgeren hebben mij helaas toch niet de juiste weg kunnen wijzen. Echte vriendschap bestaat niet”.

  6. Dat is heel erg mooi gezegd Jaap. Ik zie Anton nog staan naast de bar in het Ledig Erf, uit volle borst meezingend met ‘I want to break free’ van Queen. Als ‘meezingen’ het goede woord is, het leek meer op een cri de coeur. Schokkend dit voor mij totaal onverwachte overlijden, ik brand (opnieuw) een kaarsje.

  7. Wat een treurig bericht. Ik bewaar vooral veel herinneringen aan zijn aanwezigheid in het Ledig Erf, waar ik wel even moest wennen aan zijn benadering van vrouwen. Maar ach, na verloop van jaren deed de mantel der liefde zijn werk.
    Zijn dichterlijke optredens bij de gedenkwaardige nieuwjaarsparty’s in het Ledig Erf waren befaamd en (soms onbedoeld) hilarisch, hoewel ontsproten aan een eenzaam hart.
    ‘Stront ben je, – en ik trap er steeds weer in,’ valt mij meteen in.
    Anton was een fervent wandelaar en natuurgenieter, de afgelopen jaren kwam ik hem regelmatig tegen tijdens zijn omzwervingen door de stad (de basis voor een geweldig wandelboekje dat Kees Volkers met hem publiceerde: ‘Wandelen buiten de binnenstad van Utrecht’). Maar de laatste tijd niet meer, realiseer ik me nu.

    Rust zacht, Anton

    PS: kan Antons naam juist gespeld worden in de aankondiging hierboven?
    Want het is Rosmüller (met trema)!

  8. ‘Ik lijd, Ik lijd, Ik lijd
    Jij vrijt, jij vrijt, jij vrijt
    met wie, met wie, met wie’

    Dit staccato gedicht van Anton uit zijn bundel ‘Liefde en verdriet’ vertolkt zijn pijn om het missen van lichamelijke intimiteit. Maar tegelijk deinsde hij meestal achteruit als die verlangde intimiteit dichterbij kwam. Een ambivalentie die hem flink parten speelde, maar die tegelijk een rijke bron was voor zijn poëtische productie, zijn voordrachten en zijn eigen theorieën over de rol van de Moeder en de rol van de Vader in zijn menswording. Met hoofdletters uiteraard want hij sprak het uit met de gedrevenheid van een priester. Dit is maar één aspect, over Anton valt zo veel te zeggen, maar dat ga ik hier niet doen. Ik volsta hier om – met Jaap – te zeggen: Ik mis hem nu al.

  9. Anton Rosseklos stadsdichter is niet meer onder ons. Zijn woorden zullen blijven beklijven. Hoe korter zijn tekst hoe fraaier. “God koos Cruijff”. In plaats van Ros. Zelfbeklag versus trots. Soms maanden weg naar Ibiza en dan weer alom aanwezig bij Jacob en op de club. Mooie herinneringen komen hem toe. Omdat hij ze gecreëerd heeft. Dank voor jou bijzondere bijdrage aan ons leven.

  10. Het was een lieve man, waarmee ik het goed kon vinden. Ik geloof dat hij mijn vrij idiote gevoel voor humor wel kon hebben.

    Het moet eens ophouden, dat eeuwige doodgaan.

  11. – wat een nieuws –
    33 jaren geleden zat ik vol met liefdesverdriet in het Ledig Erf alwaar Anton mij probeerde op te beuren. Hij gaf me zijn boekje ‘ liefde en verdriet ‘ maar het gedicht ‘ ik lijd ik lijd ik lijd ‘ maakte mijn pijn erger. Een bepaalde droevige ondertoon leek bij hem eigenlijk nooit helemaal weg te zijn alhoewel hij wel goed knipogen kon geven aan het leven. Hij bracht me wat bij al kon ik niet precies duiden wat… Ik sprak hem vaker in het cafe en we hebben ongetwijfeld een partij schaak gespeeld. Ik koester deze ontmoetingen. Recent sprak ik hem nog in ‘ Tribes ‘ nabij Utrecht. Ik vond het leuk hem weer te zien en er leken nog jaren voor hem te liggen. Ik ga morgen ‘ I want to break free ‘ draaien van Queen tijdens de vrijdaguitzending (1700-1900) bij Houten FM…. Ik mis hem nu al…..

  12. “De Utrechtse dichter en zanger- tevens ex-schaakkampioen van de Balearen- Anton Rosmüller, is een hartstochtelijk wandelaar.” Het is de eerste zin in zijn boekje Wandelen buiten de binnenstad van Utrecht. Uit 2008. Kanalenpad het voorbeeldige Kanaleneiland, Zuilenpad tussen Vecht en Kanaal, Overvecht groen en verguisd. Niet bepaald toeristische trekpleisters. Verwondering over architectuur waar ik niet eerder bij stil bij stond. Interesse in de gewone dingen in Utrecht. Dat maakt het boekje zo anders en zo mooi, vind ik. Ik zal altijd met veel plezier aan Anton terug denken.

  13. Inmiddels is de 6e geactualiseerde druk van bovengenoemd boekje verschenen. Vrijdag belde ik aan in de Oranjestraat om hem de nieuwste druk te overhandigen en te vragen hoe het met hem ging. Want ik had van Rode Lopers gehoord dat hij op Koningsnacht niet helemaal jofel overkwam. Had hem wel gemaild, maar hij deed daar een beetje vaag over. Een verwaarloosde aandoening of zoiets, dacht ik. Hij deed niet open, ik heb het boekje in de brievenbus geduwd. Afgelopen maandag werd ik geinterviewd door DUIC over die zesde druk. Speciaal op aangedrongen dat Anton als bedenker van de gids zou worden genoemd. Krant is nu net uit, Anton is niet meer. Ik heb ook een stukje op de site van De Rode Loper geplaatst: Ja, Anton gaan we heel erg missen…

  14. Anton Rosmüller won het OKU van 1976. Een dag later ging hij naar het buitenland en schreef nog weer later een brief over zijn avonturen, die gepubliceerd werd in het Paul Keres-bulletin, eerste jaargang nr. 6, tevens 2e jaargang nr.1, september 1976, redactie Jan Penterman en Kees van der Weijden, met excuses voor eventuele copyright- en/of AVG-overtredingen (dat bestond toen nog niet trouwens).
    Hieronder volgt die brief, integraal.

    “Onder het genot van het eten van wat vijgen, amandelen, druiven en Johannesbrood wil ik de geachte Paul Keres-leden het wel en wee mededelen van dit PK-lid, dat zolang in den vreemde vertoeft. Niet vanuit het mooie en verre Sri Lanka maar vanuit het waarschijnlijk nog steeds in het verdomhoekje liggend, politiek en misschien ook menselijk gezien, maar toch ook mooie schiereiland Spanje. Vanuit mijn vertalersloopbaan was ik hier terechtgekomen, zo het geen eigen keuze was, ben ik nu al weer vanaf het OKU in den vreemde, met een korte onderbreking, waarvan dadelijk meer, terwijl het in mijn bedoeling ligt om eind oktober weer in uw midden te zijn.
    Hopelijk komt het clubblad dit jaar weer vol te staan met verhalen uit den vreemde, Sri Lanka (Bas), Swasiland (Bert), Amerika (Stephan) en Ibiza (ik), enz… wat wijst op een grote ondernemendheid bij onze leden, wat zich ook wel op het bord zal uiten. Maar laat ik terugkomen op mijn wedervaren: 15 mei OKU-kampioen, 16 mei in het vliegtuig naar Ibiza. Alleen en zonder ontwikkelings- of verbeteringsplannen, maar louter een werkterrein (vertalen). Na het genieten van de eerste weken van alle nieuwe indrukken (eigen financiën van fl. 120,- per maand, het land, de zon, de dieren, het strand en de vrouwen) en het op gang komen van de vertaalarbeid volgen een paar weken van vertwijfeling (wat doe ik eigenlijk hier) dat zich oplost in het verkorten van mijn verblijf tot 29 juli om te gaan schaken in Velp en daarna in Berga. In alle rust lees ik Aljechin’s Nottingham ’36 en met kroegschaak als trainingsmogelijkheid neem ik het vliegtuig van 22 juli richting Schiphol. Met Frans Helmond neem ik op de 28e juli de fiets richting Velp en na vele avonturen bereik ik de 35e plaats, ongeveer 5 uit 9. Frans voor me moeten laten (hoe erg!) die in solide stijl 5,5 punt bijeengaarde, die er minstens 6,5 hadden moeten zijn.
    Opgewekt, vanwege enige creatieve momenten op schaak- en poëziegebied (voor het schaken mijn partij tegen Enklaar) begeef ik me in het gezelschap van Hanneke van Parreren, Leon de Liège en Rik Lith naar Berga om voor nog betere resultaten te strijden. Helaas het mocht niet zo zijn.
    Verslagen, door de regen niet te verdragen schaaklawaai in de speelzaal, maakte ik een afgrijselijke blunder in de eerste partij wat verder spelen me totaal vergalde. Als 80e met 3 uit 10 nam ik afscheid van dit toernooi om hier nooit meer terug te komen. Maar omdat ik hier nu al voor de vierde keer geweest ben, zal ik volgend jaar wel weer vergeten zijn hoe erg ik het lawaai en het opdringen van de mensenmenigte rond je bord vond en zal alleen nog weten hoe mooi de ogen van Nieves Garcia waren, de Spaanse kampioene, hoe rustiek Berga lijkt aan de voet van de Pyreneeën, hoe sexy fraulein Bellen aan de rand van het zwembad lag te bridgen, hoe ziek Van Baarle en Westerveld waren, hoe sardonisch Cordovil kan lachen, een zalige met kleine schaakschokjes ronddraaiend en fijnwrijvend alsof het de ballen van Debarnot waren die hij de volgende dag moest verpletteren etc. Het geheel van schaken, bridgen, en schrijven in een landstreek, het lezen van Tolkien, de ontstane en verlengde vriendschappen, de liefdes misères en de vreugden maakten het geheel toch een herhaling waard. Sinds twee weken zit ik weer in Ibiza mijn volgende boek te vertalen. De eenzaamheid had me deze weken erg te pakken. Het slechte schaken en de liefdes misère met miss Nieves grepen me meer aan dan ik vermoedde, maar nu ik weer beter in staat ben het alleen zijn aan te kunnen denk ik tot eind oktober te blijven wat aanvankelijk ook mijn plan was in ieder geval tot mijn boek vertaald is.
    Dan volgt hier mijn creatieve partij tegen Enklaar.”
    B.F. Enklaar – G.J. Rosmuller [B07]
    1.e4 d6 2.d4 Pf6 3.Ld3 e5 4.c3 Le7 5.f4 0–0 6.Pf3 Lg4 7.0–0 Pbd7 8.h3 Lxf3 9.Dxf3 c6 10.Pd2 Dc7 11.Tf2 Tad8 12.Pf1 exd4 13.cxd4 d5 14.e5 Pe4 15.Lxe4 dxe4 16.Dxe4 f5 17.Dc2 Pb6 18.Le3 Pd5 19.Tf3 Kh8 20.Lf2 21.Db3 Dc8 22.a4 h6 23.Te1 Kh7 24.Te2 g6 25.Pd2 De6 26.Kh1 Td7 27.Pc4 Tg8 28.Le1 Ld8 29.La5 Le7 30.Ld2 Ld8 31.Te1 Te8 32.Pd6 Tee7 33.a5 a6 34.Tg1 h5 35.g4 hxg4 36.hxg4 Kh8 37.gxf5 Th7+ 38.Th3 gxf5 39.Tgg3 Lh4 40.Tg2 Le1 41.Lxe1 Pxf4 42.Tgh2 1–0

  15. Toen ik op de avond voor Koningsdag om 17:00 met Pieter de schaakkraam wilde opbouwen, zag hij er slecht uit. Dat was al sinds 6 maart zei hij, “Ik ben oud geworden”. Anton had een grote behoefte zijn verhaal met mij te delen en pas om 18:00 begon ik aan de kraam.
    Ik zal hem blijven herinneren als een unieke, stroeve, vriendelijke man die heel charmant bot kon zijn.
    Zo wilde hij, tijdens de schaakles met Hans Sandbrink, een partij niet analyseren wegens gebrek aan schaalniveau.
    Waarop een mooie discussie ontstond met de innemende en empatische Hans, die vond dat ie dat niet kon zeggen. Maar de manier waarop Anton zijn argumenten uitte, was vooral ontwapenend en onbedoeld grappig.
    Ik mis je Anton, you’re a character.

  16. Dierbare herinneringen aan Anton, tijdens het feest van mijn 40e verjaardag trad Anton op in het voorprogramma met een selectie van door mij gekozen gedichten oa uit de bundel Schrijnende Liefde, Heilloze Passie, er was er eentje bij die ik aardig vind om te vermelden, maar niet meer precies weet, dus bij benadering:
    ik fiets of wandel langs de Lek,
    ik denk aan jou,
    en het leven is niet zo gek…

  17. Slechts een partij heb ik tegen Anton gespeeld.
    Wat een bijzondere gast, hij gaf me remise in een gewonnen stelling na een boeidende partij,
    Da’s lang geleden,maar heeft me toen geleerd dat er meer is dan alleen de zucht naar winst en verlies.

  18. Ik kende Anton niet goed, maar kwam hem toch geregeld tegen. Hij was iemand die je graag meeneemt op de weg terug naar huis (een kwaliteit die lang niet iedereen bezit). Vanuit Vlissingen waar hij graag speelde, of van het schaakvoetbal toernooi, met een verzwakt pootje achterop de fiets. Genoeglijke reis verzekerd. In het Utrechtse ook leuke plezierige momenten. Gezellig mopperend tijdens het Hans Sandbrink als hij in mijn regionen verzeild was geraakt. Bij een wandeling in mijn eigen wijkje Lunetten, waar hij dan net ook dat mooie stukje had gevonden. Ik ga hem missen. Had hem graag nog een paar keer een lift gegeven.

  19. Ik kende Anton bijna een mensenleeftijd. Toen ik vanochtend las dat hij niet meer onder ons is, schoot mij meteen de volgende herinnering tebinnen waaruit moge blijken welk een bijzonder en aimabel mens hij was.
    Na het overlijden van mijn Ans in december 2007 heb ik maanden geen zet kunnen doen. In het voorjaar 2008 wilde ik het weer proberen. Toen moesten we uit tegen Paul Keres, en Anton was mijn tegenstander. Na slechts enkele zetten blokkeerde ik volledig. Anton zag het en vroeg of het wel goed ging. Hij wist dat Ans gestorven was. Hij kende haar ook. Toen ik hem vertelde dat het gewoon niet ging, stelde hij onmiddellijk remise voor.
    Dat was Anton ten voeten uit.

  20. Een van de laatste goede mensen die nog over waren van een bijzondere en mooie tijd. Doe de groeten aan mijn vader daarboven en niet teveel ruzie maken met hem. Hij begreep er niet veel van maar wilde uiteindelijk toch ook het beste voor iedereen.

  21. Nou… Het is moeilijk me een levenloze Anton voor te stellen. Zo’n leuke dwarse man. We hadden elkaar uit het oog verloren, maar ik hoor nog regelmatig flarden van zijn gedichten en liederen in mijn hoofd, ‘Je wordt wat MÍLder…’, ‘In mijn woont… mijn moeder’, ‘Catwien Catwien Catwien…’, ‘Stront ben je, en ik trap er steeds weer in’. Maar nu vooral ‘Waar moet ik henen… waar moet ik gaan… ’t maakt mij niet uit, als ik maar dóór kan gaan.’
    Toen Anton me vroeg zijn gedichten voor de verzamelbundel te helpen redigeren, merkte ik hoe sterk die ogenschijnlijk eenvoudige woorden waren; als ik iets probeerde te ‘verbeteren’ sprong het gedicht vanzelf weer terug in zijn oorspronkelijke vorm. Zo’n eigen stem spreekt voor zichzelf. Een stem en een persoonlijkheid om nooit te vergeten.
    Sterkte aan iedereen voor wie Anton dierbaar was.

  22. Vanaf 1975, toen ik lid werd van Paul Keres, kende ik Anton. Hij behoorde tot een groepje illustere figuren, die tevens de sterkere spelers van de club waren. Maar Anton wilde ook kunstenaar zijn en bohémien. Jaren later trad hij met nieuwjaar veelvuldig op in het ” Ledig Erf” met zijn gedichten en liederen, begeleid op piano door een bevriend musicus. Vele bekenden, schakers en niet-schakers kwamen er op af. Daaraan voorafgaande heb ik toen zelf vele keren bekende klassieke pianostukken gespeeld, en ook wel wat aardige salonstukken. Zij vormden wel eens een merkwaardige tegenstelling met de soms felle toon van Antons gedichten daarna.
    In Vlissingen, waar ik het zomerschaaktoernooi vaak bezocht, zag ik Anton veelvuldig strijd leveren op het bord.
    Vol trots was hij toen hij met zijn zgn. psychiatersysteem, zijn eigen lijfvariant, een keer een sterke grootmeester versloeg!
    Na afloop van het toernooi is hij een paar keer met mij teruggereden in de auto naar Utrecht. Dan waren er onderweg steevast levendige discussies over van alles, saai was het nooit. Voor je het wist waren we er al en vanaf de rand van de stad Utrecht vervolgde hij dan het liefst zijn weg via een mooie wandeling naar zijn eigen huis.
    Nog maar pas geleden reed hij een stukje met mij mee, hij ging in Zeist iemand opzoeken, en daar in de buurt liet hij het huis zien, waar hij in zijn jonge jaren was opgegroeid. Wel frappant dat dit nog maar een maand of wat geleden was, tot ik ineens het droevige bericht ontving dat hij er niet meer was. Voor mij leek Anton onsterfelijk…Ik zal hem missen.

  23. Ik ben op reis en ik verneem dit treurige nieuws nu pas. In dit land is schaken niet populair, maar je kunt hier prachtige wandelingen maken en grote dichters heeft Korea vast ook voortgebracht. Het enige schaakadvies dat ik van Anton heb overgenomen is ‘naar veuren, dan kan je niks gebeuren’. Had ik maar meer adviezen overgenomen. Na een paar slechte zetten, noemde hij me wel eens ‘prutser’, maar hij veroordeelde altijd puur mijn spel en nooit mij als mens. Integendeel, we hadden leuke gesprekken. Ik zal hem missen. Rust zacht Anton.

  24. Schaakadviezen van Anton, ook ik heb ze gehad. Ik ken Anton natuurlijk vooral vanuit het Utrechtse schaakleven, maar ik speelde vanaf 2009 ook negen jaar achtereen mee in het zomertoernooi in Vlissingen. Anton miste daar nooit een editie. Daar kletsten we altijd even, en soms keek hij ook mee in de analyse na mijn partij. Eenmaal plantte hij mijn dame met bombarie midden in het bord “Centraliseren! Centraliseren!”. Ik denk daar tijdens mijn partijen nog wel eens aan terug, als ik kandidaatzetten overweeg. Zo ook in mijn slotpartij tijdens het OKU dit weekend. Onze schaakwereld zal zonder Anton kaler zijn.

  25. Lieve vrienden,
    Het is met veel pijn dat ik samen met jullie allemaal liefdevol terugdenk aan de onvergetelijke Anton Rosmuller. Mijn vriendschap met hem begon in 1980. We ontmoetten elkaar tijdens het spelen van verschillende open toernooien in Nederland. Ik denk dat de eerste keer in Leiden gebeurde. Onze gesprekken gingen meestal in het Spaans. Hij had een prima kennis van deze taaldie hem fascineerde. Als tegenstanders speelden we verschillende interessante partijen. Ook was fijn analieseren met hem. Hij was altijd een correcte tegenstander en zeer vriendelijk sportman.Hij verloor en maakte remises met een permanente glimlach. Naast schaken hadden we lange en gezellige gesprekken over veel onderwerpen. Anton was een beschaafd man. Een keer tijdens een open toernooi in Utrecht logeerde ik bij hem thuis. De laatste keer dat ik hem zag was tijdens een wedstrijd van het KNSB-teams competitie in Amsterdam. Fysiek was hij zwaak, maar zijn goede humeur en hartelijkheid bleven intact.
    Julianadorp, 25 mei 2023,
    Mijn condoleances aan zijn familie en vrienden. Rust in Vrede. Hebert Perez García

  26. De Nederlandse schaakwereld en Utrecht zijn een stuk armer geworden door het verlies van schaker/dichter/vertaler Anton, “Ros”! Zelf ontmoette ik hem voor het eerst tijdens een wedstrijd SG Amersfoort – Paul Keres begin jaren 70, maar leerde hem beter kennen tijdens diverse toernooien en vooral in het Ledig Erf. Over het Ledig Erf en Ros nog eeen anekdote: eind jaren ’70, begin jaren 80 gaf ik mijn moeder een rondleiding in Utrecht, waarbij een bezoekje aan het Ledig Erf uiteraard niet mocht ontbreken. Dat leidde tot de ontmoeting van 2 fenomenen: Ros, ik meen geflankeerd door een hond genaamd Truus en mijn moeder. Het is tekenend dat Ros met zijn charme, sardonische opmerkingen en verhalen direct in de smaak viel bij mijn toch dikwijls kritische moeder. Ik herinner me deze ontmoeting als het meest bijzondere onderdeel van haar bezoek aan de Domstad.

  27. Lieve familie en vrienden,
    Vanuit Texel hebben wij het afscheid van Anton gevolgd. Het was mooi en ingetogen. Zo is voor ons een stukje van Anton meer naar voren gekomen, terwijl we al heel wat jaren buurtgenoten zijn. De laatste twee , drie jaar hadden we meer contact. Wij kennen Anton als een vriendelijke, rustige , filosofische man. Hij heeft mij een tijd terug een boekje gegeven wat hij geschreven had over zijn band tussen zijn ouders en het feit dat je jezelf herkent in hun. Dat herkende ik ook. Soms hadden we gewoon op straat lange gesprekken over het leven. Ik voelde wel dat hij warmte van een relatie met een vrouw miste. De laatste maanden merkte ik dat hij niet goed in zijn vel zat. Moe, koud, ik word oud. . Heb ik het gemist dat het zo slecht met hem ging? Lieve Anton we hadden je graag nog wat beter leren kennen.
    Veel liefs André en Thea Plum

  28. Ach! Wat jammer. Anton heb ik geregeld meegemaakt als dichter en verteller – hij vertelde eigenlijk de hele tijd van alles over zijn leven, en dat deed hij geweldig. Hij hoort bij een Utrecht dat aan het verdwijnen is, of erger: dat verdwenen blijkt bij het lezen van zijn overlijdensbericht. Een wonderbaarlijk mens, een vriendelijke held die totaal zijn eigen gang leek te gaan, al was het maar omdat hij niet anders kon. Ik ga hem missen, al was ik hem ook al enige tijd uit het oog verloren. Sterkte voor iedereen!

  29. Ik schaak de laatste jaren nogal eens in Spanje. Losse toernooien en de Interclubs, de Spaanse KNSB.
    Bij mijn thuiskomst eind mei zag ik het overlijdensbericht van Anton Rosmuller op Schaaksite.
    Een bijzonder aardige en sterke schaker.
    Ik ken Anton al sinds de 70er jaren toen ik bij Utstud, later Paul Keres schaakte.
    Andere schakers uit die tijd waren bv Jacob Perrenet, Wout van Veen, Wout van Goor, Hans en Kees Korvinus en natuurlijk Anton.
    Anton was altijd vrolijk en had vaak mooie verhalen.
    Ik zal hem missen.

    Rob Disselhoff
    BSG

  30. Oud-Keresiaan Albert Janssen stuurde het volgende gedicht in:

    Eindspel hoort bij schaken
    Net zoals schaken bij het leven hoort
    Het leven gaat door
    Pionnen komen, pionnen gaan
    Deze Zaterdag zal worden gekoesterd in herinnering van allerlei schakers

  31. Een paar dagen geleden werd ik erop geattendeerd dat Anton Rosmüller is overleden. Samen met hem heb ik in de jaren 70 bij Paul Keres gespeeld en aan diverse toernooien in binnen- en buitenland deelgenomen. Een bijzonder persoon. Altijd had hij wel weer een gespreksonderwerp of over het seminarie waar hij zo snel als mogelijk was weggegaan, of over vrouwen waarvan hij naar eigen zeggen niets van begreep maar wel altijd wel heel blij was als zij hem aandacht gaven of over Ibiza en tal van andere onderwerpen. De herinneringen die mij als eerste te binnen schieten zijn aan het toernooi in Bagneux waar we in een tent overnachten in de achtertuin van de burgemeester (!) en waar ook Pieter Jongepier (destijds ook lid van Paul Keres) en zijn vriendin Hetty aanwezig waren. De relatie tussen Pieter en Hetty was toen erg fragiel en stond op punt van barsten. Dat vond Anton maar niks en na vele indringende praatsessies zijn ze toch bij elkaar gebleven. Hier was Anton (terecht) erg trots op en liet dat in de jaren daarna ook veelvuldig aan Pieter weten dat dankzij hem zij nog altijd bij elkaar waren. Het nabespreken van partijen was ook altijd bijzonder met Anton. In één van onze onderlinge wedstrijden speelde ik een soort hedgehog systeem en besloot zijn koningsvleugel aan te vallen. Na enige verdedigingsfouten verloor Anton de partij. Na afloop merkte hij op dat ik niets te zoeken had op de koningsvleugel en dat ik daarom de partij had moeten verliezen. Hij vond het erg jammer voor mij (!) dat ik gewonnen had want zo zou ik nooit schaak leren (!).
    Echter de allermooiste herinnering aan Anton kwam vele jaren later tijdens mijn huwelijksfeest in Den Bosch. We hadden een professionele band ingehuurd ter verhoging van de feestvreugde en de echte Anton kenners voelen hem al aankomen. Tijdens een pauze liep Anton op mij en de bandleider af met de vraag of hij een woordje mocht spreken en een liedje mocht zingen. Dat was een prachtig intermezzo en als huwelijkscadeau had hij zijn complete repertoire op CD meegebracht. Ik zal ze van de week eens opzoeken en afspelen. Rust zacht Anton.

    Frans Helmond

    2-voudig clubkampioen en voormalig bestuurslid van Paul Keres

  32. Ik maak graag van de gelegenheid om de groeten te doen aan Frans die ik eeuwen niet heb gezien en tevens een kleine correctie: in de rondeverslagen van het OKU,meen ik verkeerde te hhebben verstrekt; de vervaarlijk grommende hond bij goede zetten was niet de hond van Frans maar van Jon Spelbrink.Bij deze.

  33. Ik was ooit met Anton rosmuller op Bali; ik verloor altijd van hem. Op een dag voerde ik hem dronken met sterke rijstwijn. Ik won voor het eerst! Uit kwaadheid smeet hij is het bord met stukken op de grond!
    Sjoerd Calbo

  34. Dag allen, dank voor jullie warme reacties! We gaan een bescheiden uitgave met de beste verhalen samenstellen. Nadrukkelijk geen herdenkingsboek, eerder een vrolijke bloemlezing die we Anton cadeau hadden kunnen doen. Mocht je hiervoor iets (anekdote, partij, foto, etc.) aan willen leveren, dan kan dat via janse apestaartje ziggo punt nl.

    Graag uiterlijk 19 augustus. Alvast bedankt!

  35. De hagiografie van Anton Rosmüller, die hier gezamenlijk geschreven wordt, behoeft enige nuance.
    In een interview met Nieuws 030 uit 2008 zegt hij onder andere: “Sinds 1981 werk ik al niet meer. Ik kan niet tegen autoriteit en daarom lukt het me niet onder een baas te werken. Ik onttrek me ook aan groepsnormen.” Zou het?
    Sinds 1981 niet gewerkt, dus ruim 31 jaar bijstand en 11 jaar AOW gratis, alles op kosten van de gemeenschap. De geniale bard kan niet tegen autoriteit? Behalve als die autoriteit je een woning toewijst, huursubsidie geeft en je bijstandsuitkering/aow betaalt, dan heeft hij ineens géén moeite met autoriteit. Hij is er nog trots op ook. Kijk mij eens interessant zijn: ik leef op andermans zak, kan het artistieker?
    Als het hem niet lukt onder een baas te werken, waarom begint hij dan niet voor zichzelf? Neen, hij is liever in dienst van de autoriteit van de gemeente. Hij vertaalde toch? Zelfstandig vertaler, een mooi ambacht. Maar daar had het Genie geen zin: bah, werken.
    Hij heeft de poëzie ontdekt, verklaart hij elders opgewekt. De poëzie heeft hem helaas niet ontdekt. Veertig jaar dichten en alles in eigen beheer uitgegeven? Je moet dan echt een pruldichter zijn als in die vier decennia niet één serieuze uitgever een bundel van je heeft willen uitgeven.
    De poëet gaat liever wandelen als anderen moeten werken. Hij drinkt biertjes, schaakt een partijtje of zingt liedjes bij Jacob, uiteraard graag als andere werken.
    Van klaploper naar gesubsidieerde wandelaar, het is maar een paar passen.
    Een zwaar overschatte man, een profiteur en opportunist.

  36. Enige nuance zoals Fernando hierboven schrijft lijkt me totaal niet nodig;
    Het is algemeen bekend in het Utregse en omstreken dat Anton nooit 1 dag op Nederlandse bodem heeft gewerkt, daar ook totaal niet geheimzinnig over deed of wat dan ook.
    Er zal vast in het nog te verschijnen boek aandacht aan worden besteed en ook tijdens zijn uitvaart heb ik hier zelf nog bij stil gestaan.

    Volkomen onnodig gezeik dus jouw bijdrage Fernando, of wie daar ook schuil achter gaat.

    Groet,

    Lukas Boutens

  37. Ja, Lukas, het is natuurlijk gerechtvaardigd als een genie meer dan 40 jaar op kosten van de gemeenschap leeft. Maar het probleem is dat Anton geen genie was maar een klaploper, profiteur en opportunist. De waarheid is bijna altijd vervelend, maar het is wel de waarheid. Fans zijn altijd blind, Lukas.

  38. “Het is algemeen bekend in het Utregse en omstreken dat Anton nooit 1 dag op Nederlandse bodem heeft gewerkt, daar ook totaal niet geheimzinnig over deed of wat dan ook.”
    Je bent slecht geïnformeerd, hij heeft een blauwe maandag gewerkt bij Werkspoor, althans dat beweert hij.
    Ook hierin was Anton R. schaamteloos. Het was een babyboomer en die hebben alles prima voor zichzelf geregeld.
    Rosmüller poseerde als individualist en kunstenaar, hij was absoluut middle of the road voor zijn generatie.

  39. ” Fernando, of wie daar ook schuil achter gaat.”
    Ik ben wie ik ben. Wie bent jij, zie geen achternaam.

  40. Tot mijn genoegen zie ik dat kritiek op onze bard ditmaal wel geplaatst is gebleven.Het is een kant van Anton waarvoor we onze ogen niet moeten sluiten: hij kon hoogst irritant zijn en het bloed onder je nagels wegsarren.Dat gezegd hebbende is voor mij het muntje toch altijd de goede kant op gerold omdat Anton een hoge mate van authenticiteit bezat en geen gemiddelde pannenkoek was.En je moet een matig psycholoog zijn om niet in te zien dat zijn grote mond een kollossaal verdedigingsmechanisme was.Overigens had Anton totaal niet met deze kritiek gezeten,want hij trok zich niets aan van mensen die hem haatten( vind ik weer bewonderenswaardig).Waar hij niet tegen kon is wanneer mensen niet van hem hielden.Op deze paradox dient men even te kauwen.

  41. Antons gedrag was nogal afhankelijk van wie er tegenover hem stond of zat. Ik heb nooit iets vervelends gezien.
    Vlak voor zijn dood zag ik in een oud clubblad van PK een van de meest verbluffende zetten langskomen die ik gezien heb.
    Anton wit tegen Xander Wemmers zwart: 1 e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 Lb4 4. e5 c5 5. a3 Lxc3 6. bxc3 Pe7 7. Dg4 0-0
    In deze overbekende stelling waar zo ongeveer alles gespeeld is deed Anton 8. Dd1!??! Dit was Anton ten voeten uit: net zo geniaal als krankzinnig tegelijkertijd, ik zou het nooit kunnen bedenken en het was verwoestend, Xander raakte direct de weg kwijt. Het is nog steeds een nieuwtje.

  42. Jaap van der Tuuk schrijft: ” (-) omdat Anton een hoge mate van authenticiteit bezat en geen gemiddelde pannenkoek was.” Iedere wetsovertreder, klaploper en profiteur heeft iets authentieks, is geen gemiddelde pannenkoek. Rosmüller was een middle of the road klaploper en profiteur van de sociale voorzieningen. Daar helpen wat amateuristische gedichtjes (waarom nooit gepubliceerd bij een serieuze uitgever?) of geniale schaakzetten aan. Het is blijkbaar een vrijbrief te leven op de zak van de samenleving en te weigeren je eigen brood te verdienen als je maar 1) authentiek bent en 2) geen gemiddelde pannenkoek. Dan mág je klaplopen!

  43. Nog een nagekomen reactie van Jacob Perrenet:

    Midden jaren zestig: in de avond op straat was ik in het voorbijgaan getuige van een geanimeerde discussie over het beperkte nut van een psychologiestudie. De jongen bleek later de schaker Anton te zijn. Jaren later bij Paul Keres kon hij me ook als ik soms won, achteraf fijntjes uitleggen wat ik goed en verkeerd had gedaan. Bij reizen om te schaken vond ik zijn gezelschap interessant, op den duur vermoeiend, maar toch aimabel.

    Toen ik uit Utrecht vertrok, werd het contact minder, maar veel later kwam hij nog een paar keer naar Maastricht, voor mijn thuistoernooi. Eens zong hij daar na afloop over wandelgeluk, heel verrassend in die context. Een jaar geleden hadden we nog contact per mail, nadat we allebei een simultaanseance hadden gegeven; hij in Utrecht, ik in Maastricht. In april wees hij mijn uitnodiging af: het reizen werd te vermoeiend. Een voorbode van het einde?

    Zijn levensbeschrijving, die ik van Jan Jaap kreeg, was boeiend. Veel herkende ik, maar sommige dingen waren ook nieuw. In zekere zin leken we op elkaar: schaken, wandelen, anti-techniek, moeite met autoriteiten. Maar ik hield het bij bazen en relaties langer uit, ging meer in de slag waar hij vluchtte. Anton was meer een krekel en ik meer een mier. Wat goed dat er krekels zijn, om de mieren te vermaken, om hun druk gedoe te relativeren, om je aan te spiegelen. Krekels hebben mijn respect. Anton ook.

  44. Slechts voor de geschiedenis. Anton heeft ergens in de jaren 90 een simultaan gegeven tegen het (bijna) volledige team van Straffe Hendrik in Heerhugowaard. Plaats van handeling het roemruchte Stamcafé. Voorafgaande droeg Anton enige gedichten op en konden we zijn CD “Nooit van de Dom gesprongen” aanschaffen.

  45. Gisteren hebben we Anton’s as verstrooid bij een bospad, bij Zeist. Vervolgens werd er nog wat nagepraat bij Jan Jaap Janse, al dan niet aan de hand van wandelboekjes en dichtbundels.

    Antons verscheiden vervult me nog steeds met droefenis.

    Speciaal voor Fernando Egas hier de beroemdste zin uit de Nederlandse literatuur:

    “Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.”

Comments are closed.