Op de valreep voor de ingang van de nieuwe Coronamaatregelen konden we zaterdag 27 november nog aantreden voor een potje in de KNSB-competitie. In de centrale hal van de Notenboom trof ik een welhaast professionele setting aan met liveborden van onze 10 kanonnen op een groot scherm, terwijl op bord 11 een stel patzers een frivole Catalaan speelden. De pers had zich verzameld in de vorm van Henk van Lingen, de techniek was in zijn en Jeroen Bollaarts goede handen, de QR-codes lichtten groen op en iedereen had er zin in. Voor ik de wedstrijd induik en schaakcommentaar geef, eerst een oproep.
Ik voer een pleidooi voor het naspelen met bord en stukken. Lees https://www.chess.com/news/view/fabiano-caruana-interview-carlsen-nepomniachtchi en merk op: “I know for me, and I think this is similar for other players, positions that you see over the board and that you’ve played with and not just scrolled through lines on the computer, those stick in your head for the best for a longer period of time.” Dus wil je iets leren van deze wedstrijd, pak dan eens bord en stukken erbij en speel/denk mee met het partijverloop dat terug te vinden is op de PK liveboards pagina van onze website.
En inmiddels ben ik erachter gekomen dat de partijen niet meer online staan en dat teamgenoten hun openingsspel niet prijs willen geven. Dat dat op ons niveau uitmaakt zeg! Hoe moet dat dan in de meesterklasse? Ik heb mijn verslag dus maar aangepast en alle verwijzingen naar de betreffende opening verwijderd. De varianten zullen ook niet meer te volgen zijn noch de oproep om met bord en stukken wat van deze wedstrijd te leren. Als iemand van het niveau Carlsen nou gaat klagen dat zijn partijen online komen…
Als eerste was Hugo (bord 2) klaar omdat tegenstander Mees van Osch uit Coronavrees besloot af te zien van deelname.
Mijn tegenstander (bord 7) gaf in 18 zetten een stuk weg (hij had 17.Pxe2 Pe5 en daarna b6 gemist). Na een tamme openingsopzet met 8.Pxg6? in de Caro-Kann heeft zwart het theoretisch voor elkaar. Hugo vond het vervolg wat gekunsteld en doceerde: 11…Dc7 12.0-0-0 b5! 13. Lb3 a5 14.a3 en nu niet zijn Kf8 maar simpelweg 0-0 gevolg door c6-c5 en platwalsen naar die witte koning! Ik vond 13…Lc7 zeker ook gekunsteld, maar wel listig. Mijn idee was 14.Le3 Th4!? 15.Lg5? (Pe2!) Pe5 16.dxe5 Txd3 17.Lxd3 Ta4 (Lxe5!!) 18.exf6 Txa2 19.fxg7 Dxb2+ 20.Kd2 Dxg7, “maar ik denk niet dat het allemaal geforceerd is.” Hugo en ik moesten smakelijk lachen en gingen vervolgens lekker blitzen.
Pauls partij (#8) vat ik samen onder de noemers ontwikkelingsvoorsprong en ‘castling into it’. Na 18.Dxh6 is er geen houden meer aan voor zwart en Paul rekende gedecideerd uit dat hij alle cadeautjes mocht uitpakken. Alle omkopingen ten spijt van tegenstander Igor: iemand die bij het forensisch lab van de politie werkt verzaakt zijn plicht niet.
In een creatieve [opening] krijgt David (#1) al gauw zijn zin na Rosa’s 5.c3 in plaats van het natuurlijke 0-0 (“There’s an old principle in chess which is certainly very applicable in the opening stages: “Always make an obvious move before one you are not sure about!””) en later ook nog 8.f4? Gevolg is dat de witte koning nooit meer in veiligheid komt en vanaf zet 17 geldt deze partij dan ook als een masterclass in initiatief en aanval op de ongerokeerde koning. Het temporele voordeel is in dat geval belangrijker dan het materiële, zo toont David haarfijn aan.
Joris (#4) speelde een positioneel juweeltje, een absolute modelpartij en voor iedereen die XXX systemen tegen [opening]-structuren wil snappen, raad ik aan de partij rustig te bestuderen. Alles deed Joris goed.
Dat bracht ons op een royale 5-0 voorsprong met meer in het verschiet. Het enige waar we niet zeker van waren was de stelling van wit aan bord 11, maar de uitslag aan dat bord zou niet meegeteld worden in deze KNSB-wedstrijd.
Niels (#5) had zijn dag niet. In plaats van f5 met g6 voor te bereiden, stootte hij meteen door om na het antwoord 11.Pg3! in de nachtmerrie te belanden waarbij wit e4 altijd onder controle heeft met stukken. De stelling na 17. Pe4 spreekt boekdelen: goed paard – slechte loper is een understatement. Omdat meteen Le3(-d4) faalt op Db3xb7 komt die loper er ook niet meer aan te pas. Niels vlaste nog op een tactische tegenaanval, maar… vergat hem uit te voeren! 25…Dxe4+! had Niels een zet later gepland (na Df5 26. g4?), maar kon meteen (Peter). Na 25…Dxe4+ 26.fxe4 Tf2+ 27.Kd3 Td2+ 28.Kc3 Txd6 29.Dxb7 Td8 30.g4 gaat wit nog steeds winnen, maar zwart kan nog wat in de pap brokkelen. Nu was het vrijwel direct klaar.
Peter (#3) merkte achteraf op dat hij waarschijnlijk ergens een pion had moeten offeren voor activiteit: archetypisch voor de [opening]. Die kans bood 18…b4! Een zet die op het eerste oog onmogelijk lijkt, maar steeds logischer wordt als je de varianten naloopt. Nu verwaterde de stelling door de ongelijke lopers en rond zet 30 bood Peter torenruil en remise aan. Tactisch op een briljant moment want ogenschijnlijk is de witte d-pion een flinke troef. Deze is echter makkelijk te controleren over de zwarte velden, terwijl in het vervolg de witte koningsvleugelpionnen als rijpe appeltjes vallen. Als vervolgens ook nog de witte b-pion valt en Peter zijn vrije a-pion naar a1 mag loodsen, moet wit alles prijsgeven. Ondertussen is de d-pion niet verder gekomen dan d6…
Raymond dan (#10). In zijn voorbereiding vinden we de typische computerzet 6.XXX terug, een zet die in blitzpotjes van Kramnik en Foreest is terug te vinden, maar waar iedereen vaker naar De2 grijpt. Er komt een soort Franse structuur op het bord waarin Raymond thematisch met a3-a4 de damevleugel gaat bestoken. Het midden-/eindspel met dubbele torens en twee lichte stukken voelt beter aan voor wit met het loperpaar, maar echte doorbraken dienen zich niet direct aan. Zwart verdedigt actief door ruimte op de koningsvleugel te pakken. Hugo en ik werden bovendien enthousiast van het kwaliteitsoffer 28…Txd4. Probleem daarmee is echter dat zwart de toren niet kan handhaven op d4 en vroeg of laat zal moeten ruilen op d1 (na een Ta3+c3) en dus is dat geen goede optie. Omdat Raymond de doorbraak ook niet meer vindt (hij is er simpelweg niet), besluit hij tot 31.c5: de kat op het spek binden. Het is eerder zwart dan wit die hierdoor spel krijgt en na 37.f3? wordt de zwarte koning bovendien toegang geboden tot h3, wat funest had moeten zijn. 43…Te2+! is zo’n precisiezet om de witte koning naar f3 te dwingen en niet de toren, maar het leerzame deel komt later. Zwart mist diverse winsten, wit mist consequent de beste verdediging.
Moment 1: na 45…f1D 46.Txf1 Txf1 47.Kxd2 h3 48.Ke3 Tg1 gevolgd door Kg3 loopt de h-pion door. Het volgende leerzame moment komt op zet 48, de koning moet namelijk naar boven! Feitelijk draait wit dan de rollen om en gaat de zwarte koning op de onderste rij klieren met schaakjes en matdreigingen, iets wat zwart in de partij nalaat. Een voorbeeldvariant, probeer het maar uit met bord en stukken: 48.Kf3 Txc2 49.Tg5 Ta2 50.Txa5 Kg1 51.Tg5+ Tg2 52.Tb5 Ta2 53.Kg3 Ta3+ 54.Kh4 en de toren gaat schaakpendelen op de onderste twee rijen.
Aangewezen was dan ook 48…Txc2 49.Tg5 Tc4 50.Txa5 Tf4+ 51.Ke2 Kg3 52.Tg5+ Kh4 53.Tg8 h2 54.a5 Kh3 en zwart beschikt over Tf4-h4. Op zet 51 zijn beide koningszetten goed, maar niet het vervolg 52.Tf4? Die toren moet verder weg om zijdelings schaak te kunnen geven. Na 52.Td4 Ta2 53.c5 Tc2 54.c6 Txc6 volgt dan wel weer de omdraaitruc van de koningen: 55.Td2+ Kh1 56.Kf2! enz.
54…Kf3?? geeft nog een keer de winst weg, na Kf4 of Kh4 loopt de pion door en veegt de zwarte koning de damevleugel leeg.
De laatste keer dat zwart de winst weggeeft is met 56…h2?? Omdraaien met Ta1+ en dan h2 komt neer op een fataal contactverbod tussen wits koning en de vrijpion.
Ook Menno speelde een modelpartij (#6). Alleen gaf hij zijn tegenstander te veel lucht (uit Coronaperspectief overigens prijzenswaardig) met een te gehaast 24.Pe4, waar eerst Tf1 ruil van zwarts passieve stukken belet en een feest over de f-lijn voorbereidt. Met de koning op g7 vond ik 27.Dd2 ook een vreemde, die dame ging toch een aftrekaanval inleiden op d4? In een potremise eindspel presteert zwart het nog zijn h-pion weg te geven, waarna wij als toeschouwers weer op de banken gingen staan. Het dame-eindspel met pion meer laat ik ter beoordeling aan de theoretici over. Na 84…Dg3+ is het in ieder geval remise omdat de witte koning niet voorbij c5 komt (en al helemaal niet vanaf veld a4).
Evert (#9) speelt vaak partijen waarbij achteraf lastig vast te stellen is of het een klassiek speeltempo of een blitzpartij betrof. Dat betekent dat hij snelschakend niet onderschat moet worden (dat heb ik vaak genoeg ervaren), maar ook dat in een klassieke partij het af en toe voelt alsof de denktijd niet optimaal benut wordt.
In een poging nog wat van een [opening] met 6.XXX (gaap) te maken (gelukkig nog niet op het bord gekomen tussen die gasten in Dubai), probeert Evert frivool een …dxe4 uit en kijken wat er van die e-pion komt. Het had een snelle dood kunnen betekenen, want het apparaat wijst op 22.Pxe4 f5 23.Pf6+! Lxf6 24.Dc4+ en douchen. Na 22.Kf1? Lxd2! 23.Dxd2 f5 heeft zwart bereikt wat hij wil, maar groot is zijn voordeel niet. En dan de stelling na 32.Le5!?, een zet waarvan ik me hardop tegenover Hugo afvroeg of Evert dit aan had zien komen. Evert, met ruim 50 minuten op de klok speelde na ongeveer 4 minuten 32…a4, terwijl dit toch een kritiek moment genoemd mag worden. Lette hij meer op de klok van de tegenstandster? Intelligenter was 32…Pxe5 33.Te4 a4, dat houdt de schade beperkt. Merk op dat als wit e5 pakt, deze pion vroeg of laat valt (zelfs in het toreneindspel na Dc5+-xe3 met Kg6-f5/f7-e6 en Ausgleich door de actievere zwarte koning en kapotgemaakte witte pionstructuur).
Maar goed: rattenblitzmodus aan en actieve zetten doen. Cato vergeet op zet 36 een luchtgat voor de koning te maken en moet daarna naar f2 met de koning, wat Evert het broodnodige tegenspel bezorgt. Na 47.Ke3? (Dg4 gevolgd door h5 is erg onprettig als in: straalverloren) is Evert er als de kippen bij om het grote witte voordeel nietig te maken in combinatie met het praktische 50…Dxd4+ (50…Pxd4 werkt ook, maar is een onpraktisch alternatief). Het vervolg lijkt beslecht te worden in een eeuwig schaakgeven van de witte dame aan de zwarte koning totdat wit op zet 64 daarmee ophoudt! Net wanneer de zwarte koning onmogelijk uit het schaaknet kan lopen dat de witte dame over de diagonaal b6-c5-d4-g1-f2 dichtknoopt. Nu mag Evert uiteindelijk zijn a-pion doen gelden.
Een ruime overwinning in een erg goed geventileerde oude school. Gelukkig kunnen we de decemberdagen er thuis warmpjes bij zitten nu we twee matchpunten los staan van de concurrentie, al heeft dat er vooral mee te maken dat onze wedstrijd als enige doorgang vond in klasse 1A. Welke gevolgen dat gaat hebben voor onze titelkansen is nog ongewis…
Rating
|
Rating
|
|||||
---|---|---|---|---|---|---|
Kerkhof van, D. (David) | 2368 | Ratsma, R.J. (Rosa) | 2268 | 1 – 0 | ||
Hertog ten, H.M. (Hugo) | 2526 | NO | 0 | 1R – 0R | ||
Lombaers, P.J. (Peter) | 2347 | Lentjes, N. (Noud) | 2273 | 1 – 0 | ||
Kokje, J.J.I. (Joris) | 2276 | Damen, J.M. (Jip) | 2241 | 1 – 0 | ||
Ondersteijn, N. (Niels) | 2347 | Jongste, D. (David) | 2090 | 0 – 1 | ||
Okkes, M.R. (Menno) | 2329 | Maters, A.F. (Arthur) | 2011 | ½ – ½ | ||
Breukelman, H.J. (Jan) | 2390 | Schouten, H. (Henk) | 2082 | 1 – 0 | ||
Hommerson, P. (Paul) | 2274 | Damen, I.P.C. (Igor) | 2133 | 1 – 0 | ||
Rademakers, E.L. (Evert) | 2286 | Zoeten de, C. (Cato) | 1905 | 1 – 0 | ||
Rooij de, R. (Raymond) | 2181 | Herder den, R.F. (Frank) | 1957 | ½ – ½ | ||
Gemiddelde Rating: | 2332 | Gemiddelde Rating: | 2107 | 8-2 |
Jan Breukelman