Ons lid Pieter de Groot is maandag 25 oktober overleden aan de gevolgen van longkanker. Zijn vrouw Tie en twee zoons en dochter met aanhang stonden hem in zijn laatste dagen bij. Pieter is afgelopen zaterdag in kleine familiekring begraven. Pieter is 78 jaar geworden.
Pieter was sinds 2016 lid van Paul Keres, en daarvoor lange tijd van SC Utrecht. Hij was vrijwel elke clubavond aanwezig, daarnaast heeft hij 26 partijen voor PK in de KNSB gespeeld en aan diverse HSM’s en OKU’s meegedaan. Wij wensen Pieters familie en vrienden veel sterkte in deze moeilijke tijd. Zie onder voor een persoonlijk woord van zijn goede vriend Paul van der Kooij.
—
Door Paul van der Kooij
Pieter de Groot leerde ik eind jaren zeventig kennen in het Ledig Erf. Ik voelde me daar, als net afgestudeerd student uit Groningen een vreemdeling; verlegen en ongemakkelijk, en het was Pieter die dat zag en me bij de kring betrok. Het was een bont, boeiend gezelschap in Jacobs café, ik zie nu Dick van Kooten en Guus Jurcka voor me, maar niet van het soort “Jongens waren we, maar aardige jongens’. Zijn aandacht voor mij deed me goed.
En zo ontwikkelde zich onze vriendschap. In die jaren heb ik Pieter ook weten te verleiden tot het uitstapje om extern voor Nieuwegein te spelen en bijna wist ASVN toen met hem in de gelederen naar de 1e klasse te promoveren. Maar uiteindelijk bleef bij schaakclub Utrecht trouw.
Onze vriendschap was in de kern een schaakvriendschap. Dat is ook ‘something to have’. Op een of andere manier kwamen Pieter en ik zelden over politiek, psychologie (Pieter was net als ik afgestudeerd psycholoog) of dat soort levensgebieden te spreken. Voor dat soort gesprekken hadden hij en ik andere vrienden. Alleen over het wel en wee van onze vrouw en kinderen deelden wij ervaringen. Uiteindelijk was voor ons het familieleven het belangrijkste en ik ben blij hem als getuige bij mijn huwelijk te hebben gehad.
Maar meestal gingen we snel over tot schaak. Op die manier heeft die band ononderbroken 40 jaar standgehouden, hetgeen bij Pieter ook niet zo moeilijk was. Ik herinner me al die tijd geen onvertogen woord, althans van de zijde van Pieter, want ik van mijn kant kon me in onze vrijwel wekelijkse 15-minutenpartijtjes soms ergeren aan de penibele situatie waarin Pieter zich vaak wist te manoeuvreren. Dan stond hij weer een pion achter, om zich vervolgens toch weer te redden met ingenieuze oplossingen. Het voelde voor mij een beetje aan als, vanuit een soort superioriteit, een voorgift krijgen. Energie uit het kwade halen, zei ik dan. Maar hij pareerde dat met schouderophalen: daar ging het hem helemaal niet om. Uitgangspunt leek bij hem wel nooit hetzelfde te willen spelen. Dingen proberen. Wars van conventie. En het maakte ons treffen wellicht interessanter. Ik speelde immers vrijwel altijd hetzelfde.
Hij had een soort tegendraadsheid zoals ik me die ook bij Slauerhoff voorstel. Eigenzinnig staat er ook op de rouwkaart. Intussen kun je echt niet van hem zeggen dat hij ‘recht en slecht een onverdraagzaam leven leidde’. Zijn dwarsheid kon , bijna tegen zijn wil, niet verhelen dat Pieter een zeer beminnelijk mens was. Hij wilde denk ik voor alles een vrije geest zijn, liever een hippie dan een bourgeois, maar de woorden die intussen het eerst bij mij opkwamen om hem te beschrijven zijn: vriendelijk, attent, zorgzaam en op een of andere manier ook gedistingeerd, innerlijke beschaafd. Rokend en al, dat wel.
Laat ik het voor mezelf nu maar toegeven: Pieter had eigenlijk meer talent dan ik. In de loop der jaren kroop ik naar hem toe, maar soms had ik nog dat besef dat je overkomt als je in iemand je meerdere moet erkennen. Ik heb zijn ratinggeschiedenis nog eens bekeken en zie dat hij in 2015 op 72-jarige leeftijd nog op een rating van 2185 kon bogen. Dat vind ik sterk.
Hieronder een partij uit 2009 tegen Hans Galjé waar hij, zover ik mij herinner, content mee was. En ook Fritz heeft weinig aan te merken.
Maar mogelijk meer kenmerkend voor zijn stijl was een remisepartij tegen de nog jonge Erwin L’Ami die ik deze week op chessbase vond. Vechtend tot de laatste seconde. Zo streed hij ook tegen de kanker. Alleen dat gevecht heeft hij niet overleefd.
Ik zal hem erg missen.
Paul van der Kooij
Nog enkele kenmerkende partijen:
De vechtpartij van Pieter:
Een zwaarbevochten remisepartij tegen Menno van wie het commentaar is:
Een fraaie overwinning uit de interne competitie waarin de zwarte koning via h5-g6-f7-e8-d7-c6-d5-e4-f5 op g5 belandde met ondekbaar mat: