Door Evert Rademakers
Circa honderd klaptafeltjes stonden ’s ochtends in slagorde opgesteld in de aula van het scheluwe gebouw. De dag ervoor hadden de gymnasiastjes erachter gezeten, zwoegend op de gerundieven in De Bello Gallico onder het vigilante oog van de docent(e) die de zaal overzag als een centurion haar/zijn troepen. Tijdelijk moesten zij echter wijken voor een geheel andere oorlog. Zij werden vervangen door schoolbanken, met de wapens erop geplaatst: een bord, stukken, een klok. Twee aan twee zou eraan gestreden gaan worden. Niet gespeeld, daarvoor stond er teveel op het spel. Zowel Ultrajectum als Amstelvenis bezat een schamel aantal van vier punten. En degradatie van de 1e klasse betekent een dubbel decimeren: liefst twee soldaten leggen het loodje.
De mentale oorlogsvoering tussen de TL van Zukertort en die van ons was al weken gaande bij een verscheidenheid aan sportieve en sociale events. Oud-clubgenoot Jelmer wist op dat moment natuurlijk nog niet, om het even in voetbaltermen uit te drukken, dat er Jantjes gegeven zouden worden.
We zaten goed in de voorbereiding met een TL die voor een keer op een normale tijd op kwam dagen en een erg stabiele tafel aan bord 5 (daarover later meer).
Klokslag 13 werd er afgetrapt in een wedstrijd die tot aan vlak voor de tijdnoodfase redelijk in evenwicht was. Hugo leek een openingsonnauwkeurigheidje van zijn tegenstander te kunnen kapitaliseren, maar kwam even later toch redelijk listig te staan. Xander stond een pion achter maar had een stabiele stelling. Jan speelde ondanks het door zijn team gegeven ‘schaken voor haviken’, de eerste 20-30 zetten meer als muis dan havik. Joris stond al redelijk snel redelijk aangenaam. Raymond had zich goed voorbereid en kwam met zwart prima uit de opening.
Paul ondertussen ging met een aantal profylactische zetten de moderne aanpak van zijn tegenstander te lijf. De rust waar Paul naar op zoek was, werd hem echter niet geboden want al snel offerde zijn tegenstander een pion. Het leek een soepele stelling voor Paul, maar de geleerden waren het er later over eens dat het pionoffer wel degelijk prima was voor zwart. Ik stond solide in de opening net zoals Wim. Gerben leek al snel een plusje te krijgen met zwart. Ik dacht even dat Jan Jaap al snel in de opening een stuk aan het winnen was, maar leek even vergeten te zijn dat zowel b4, als een zet later een paard op f5 hingen. Waardoor het allemaal wel meeviel, wit stond desondanks wel snel erg aangenaam!
Rond de tijdnoodfase vielen de eerste beslissingen. Wim stond prettig, maar opponent Jelmer stond ook degelijk en liet het niet op een counter aankomen: er werd remise overeengekomen. Mijn eigen partij escaleerde vrij snel. Mijn tegenstander offerde een pion, een stuk, nog een stuk, een kwaliteit. Na even later een kleine kwaliteit terug te hebben moeten geven, kwam het bijna zo te staan met wit aan zet. Christopher Brookes – Evert Rademakers:
Mat staat zwart nog niet. Maar niet een variant waar je met blijdschap naar kijkt. Na een paar keer goed met mijn ogen te hebben geknipperd, met een vergelijkbare intensiteit als Gerben toen hij zag dat ik op tijd was, bleek er gelukkig een andere route om met mijn koning uit het schaak te lopen, namelijk door de b-pion niet op b7 maar op b5 te offeren en dan weer de andere kant op te gaan lopen. Toen de safehaven op f7 bereikt was kwam er een eind aan de schaakjes: 0-1.
Gerbens masculiene openingsspel leverde een plusje op en tegenstander Bram poogde de zwarte aanval met het uitstellen van de rokade en met zetten zoals Pd1 tegen te gaan. Gerben, die overigens erg veel weet van de geschiedenis van het Macedonische rijk, zette zijn aanval voort en won de partij overtuigend. Een blik van het blikken brein had echter een lek gevonden ergens in de partij! Hoe had wit zich hier kunnen redden? Bram ter Schegget – Gerben Veltkamp:
1.Txe6 fxe6 2.d7 Dd6 3.Txd4 Dxd4 4.Pd5! Dd1+ 5.Kh2 Dh5+ 6.Kg1 Dd1+ (geen 6…Dg5 7.Pf4 Kf7 8.Lh3 1-0) met remise. Er volgde wel 1.Txe6 fxe6 maar Bram ging verder met 2.Pc2 en voordat Gerben kon bedenken wat hij zou spelen gaf Bram op.
Jan Jaap converteerde tegen Waldemar Moes zijn loperpaar en plusje, naar eigen zeggen op “onkarakteristieke, strategische wijze”, tot een punt. Xander kwam met zwart tegen Fitzgerald Krudde steeds beter te staan en zelfs in het eindspel was er nog genoeg druk op de witte stelling. Dit leidde uiteindelijk tot stukwinst en tevens winst van de partij.
Hugo’s stelling liep compleet uit de hand. Sybolt Strating – Hugo ten Hertog:
Wit heeft net het subtiele doch daadkrachtige Db3 gespeeld en zwart had hier …h6 op gepland. Net op tijd zag Hugo dat 1…h6 2.Le7 Te8 3.Lxd6 Txe1+ 4.Txe1 Dxd6 5.Te8+ Lf8 6.Txc8 Dd7 (en de toren staat ingesloten!?) toch niet werkte vanwege 7.Pe5 Dxc8 8.Dxf7+ Kh8 9.Pg6#. De zwarte stelling is niet zo makkelijk, maar gelukkig bleef een 3e externe verliespartij op rij Hugo en ons bespaard en eindigde de pot na wat tactische complicaties uiteindelijk in remise. Waarmee het eerste matchpunt reeds binnen was na het afronden van 6 partijen: 5-1.
Sander Los had van Paul een pion teruggewonnen en stond prima. Het vernuft van een Doctor valt echter niet te onderschatten en Paul kwam in een beter gelijke-lopereindspel terecht. Sander neutraliseerde de stelling uiteindelijk door Pauls verre vrijpion te blokkeren en zelf actief met de koning op de c-lijn de vrije d-pion te ondersteunen. En daarmee was na de 7e partij ook het tweede matchpunt een feit. Joris stond tegen Florian Jacobs ergens goed maar in het middenspel begon zijn g-pionloze koningsstelling wat tochtig te ogen. Dat deerde Joris echter niet in het restant van de partij want die werd remise. 6-2.
Alleen Jan en Raymond wagen nog bezig. Jan’s tegenstander Stan van Gisbergen was wat scherper in de tactiek en Jan kwam redelijk penibel te staan. Een minder eindspel moest gekeept worden, wat een bijna onmogelijke taak leek. Pas toen Jan echt verloren stond, veranderde de muis in Jan in een havik. Met opportune daadkracht werd de tegenstander op een Haags kwartiertje getrakteerd. Beteuterd moest Stan in remise berusten toen zijn net gehaalde dame door een aftrekschaakje werd opgehaald.
Raymond had tegen Colin Stolwijk een goede partij gespeeld. Strategisch mooi. De tegenstander had een vastgezette a2-b3-c4-d5-e4 pionketen en een witveldige loper (pion?). Mooi gespeeld van Raymond maar uiteindelijk toch net niet genoeg voor de overwinning. De partij leek in een relatief bloedeloze remise te eindigen. Echter dacht Raymond nog een winstpoging in het vizier te hebben. Niks was minder waar en Colin brak zijn keten los, won een pion en stond straal gewonnen. Dit leverde uiteindelijk een 2 verbonden vrijpionnen + L vs. P eindspel op rond kwart over 7. Raymond voelt zich na een uur of 5, 6, als een vis in het water op een schaakbord en zijn reputatie als marathonschaker hield hij in stand door dit eindspel alsnog remise te keepen! De stabiliteit van de tafel, wat geen overbodige luxe is wanneer je er meer dan 6 uur aan schaakt, wil ik hier nog wel even benoemen (dankjewel Gerben).
Met 6 MP uit 7 wedstrijden komt PK in wat rustiger vaarwater en is het alle hens aan dek voor Zukertort. PK resteren twee uitwedstrijden in Gelderland; op 7 april in Arnhem (De Toren) en op 21 april in Nijmegen (UVS).